Onbalans door fossiel

Jaarlijks stoten we ongeveer 40 miljard ton CO2 uit, hoofdzakelijk komende van de verbranding van fossiele brandstoffen (steenkool, aardolie, aardgas, …).

Ongeveer 1/4 wordt opgenomen in vegetatie en bodem. Een ander 1/4 wordt geabsorbeerd door de oceanen (verzuring).

De rest, dus 20 miljard ton, stapelt zich op in de atmosfeer en verhoogt jaarlijks de hoeveelheid CO2 met 2 ppm waardoor de temperatuur in onze leefwereld blijft toenemen.

De gevolgen zijn bekend: het klimaat verandert.

Ijskappen en gletsjers smelten en zullen tegen 2050 de zeespiegel met ongeveer 25 cm doen stijgen (tov 2000). Deze onomkeerbare beweging veroorzaakt een verschuiving van het woongebied van mens en dier.

Bij ons wordt het weer extremer: drogere zomers met meer hittegolven, zwaardere buien met kans op overstromingen, …

Maar vooral de arme gebieden zullen nog meer aan levenscomfort inleveren: watertekort en overstromingen, slechtere oogsten, ziektes, … . En juist deze landen hebben niet de financiële mogelijkheid om zich aan de klimaatverandering aan te passen die grotendeels door de rijkere landen veroorzaakt is. Deze dubbele onrechtvaardigheid werd te pas en te onpas verwaarloosd door beleidsmakers van de oude stempel.

Gelukkig komen steeds meer rijke landen tot betere inzichten: EU Green Deal 2050, China 2060, VK 2050, …